groep 8
juf Jose, juf Imke

 Klik hier voor leerlingpagina's
 

Huiswerk

 

Huiswerk in groep 8.....wat houdt dat verder in???


In groep 8 krijgen de kinderen huiswerk mee. In de eerste periode zal dat één keer per week zijn. We hebben hiervoor mappen beschikbaar gesteld. In hun agenda wordt het huiswerk genoteerd. In de klas wordt de klassenagenda bijgehouden én op de website hebben we ook nog een agenda.
Daar worden echter alleen de toetsdata genoteerd.
Het huiswerk wordt verderop in het jaar niet meer één keer per week meegegeven en ingeleverd. Op alle dagen van de week kunnen kinderen dan huiswerk op krijgen en ook op alle dagen van de week kan er iets ingeleverd/meegenomen moeten worden. Dit om nóg beter voorbereid te zijn op het VO.
Het is dus zaak om elke dag de agenda bij zich te hebben én elke dag thuis te checken en te werken aan het huiswerk!!!
Het zou fijn zijn als u daar, indien nodig, uw zoon/dochter bij wilt ondersteunen en begeleiden. Vooral het plannen van het huiswerk vraagt een "toeziend oog" wink

Het maakwerk bestaat voornamelijk uit:
- rekenen
- taal; ontleden en benoemen
- spelling; woord- en werkwoordspelling
- opdrachten voor Engels
- Opdrachten voor Wereldoriëntatie....

Daarnaast wordt ook leerwerk meegegeven. Dit is meestal ter voorbereiding op toetsen.
De toetsdata staan in de agenda en op de website.

Voor het leren van de Engelse woorden kan heel goed gebruik gemaakt worden van de website: www.wrts.nl.
Een handige website waarmee de kinderen al in groep 7 vertrouwd zijn geraakt én...die ze ook in het voortgezet onderwijs heel goed kunnen gebruiken bij alle vreemde talen!

 

Verder worden er in groep 8 minimaal twee werkstukken gemaakt die daarna worden gepresenteerd aan de groep in een spreekbeurt/presentatie. 

 Hoe maak ik een werkstuk???

1. De opdracht wordt door de leerkracht uitgelegd.

2. Je verdiept je in de opdracht. Je denkt na over het onderwerp en wat je er al van af weet. 

3. Je gaat aan het werk volgens onderstaande stappen: 

  • Je verzamelt informatie.

Hulpbronnen kunnen zijn: infoboeken –internet – familieleden – werktekening etc.

  • Je ordent de informatie: op de studiewijzer staat per onderdeel wat je kunt opschrijven/vertellen.

  • Je scheidt hoofd- van bijzaken; wat is belangrijk en wat niet.

  • Je verwerkt de informatie in eigen woorden, zodat het voldoende is om het werkstuk te maken.

 
4. Je  maakt het werkstuk (als dit kan) volgens de studiewijzer:
    - voorblad (titelblad) met daarop de titel, evt. een plaatje/tekening en je naam.
    - Inhoudsopgave (met pagina indeling)
    - Inleiding (motivatie);
    - meerdere hoofdstukken;
    - conclusie;
    - bronvermelding;
    - slotwoord; daarin kun je vertellen wat je hebt gedaan, hoe je het hebt ervaren en wat je zelf van het werkstuk vindt.
 
5. Je schrijft /maakt het werkstuk.
    - Volg bij het schrijven/werken je opzet nauwkeurig.
    - Het gebruik van eigen woorden en de inhoud is veel  belangrijker dan de lengte van het werkstuk.
    - Afbeeldingen/illustraties zijn alleen belangrijk als ze helpen je werkstuk te verduidelijken.
 
6. Beoordelingspunten:
    - Opbouw van het werkstuk (titelblad, inhoudsopgave, inleiding, inhoud van de hoofdstukken)
    - Verzorging van het werkstuk.
   
7. Adviezen / tips:
    - Maak van te voren een werkplanning en bewaak of je je er aan houdt.
    - Een werkstuk maken kost veel tijd. Wanneer je te lang wacht, kom je in grote problemen.
    - Wanneer je er niet goed uitkomt, ga dan in het ZW uur bij je leerkracht langs.
      Hij/Zij helpt je weer verder.
 
8. Inleveren van je werkstuk
   - Lever het werkstuk volgens afspraak in. Het mag natuurlijk altijd eerder…..:-)
     Als je het werkstuk hebt ingeleverd, maak je direct een afspraak voor de spreekbeurt.

 

Voorbereiden spreekbeurt/presentatie

1. Als je werkstuk af is begint de voorbereiding voor de spreekbeurt/presentatie.

   - zorg dat je een datum hebt gepland
   - denk na over wat je aan de klas wilt vertellen over dit onderwerp
   - maak evt. een power point of prezi presentatie; zet deze op een USB stick
     Hierin werk je met “steekwoorden” ; geen hele verhalen hierin. 

  • Verzamel evt. spullen om te laten zien aan de klas

  • Oefen de spreekbeurt een paar keer goed. Laat evt. anderen (bv je ouders) luisteren en tips geven.

 
2. Het houden van de spreekbeurt
   - leg je spullen klaar
   - zorg dat je de USB stick bij je hebt
   - en……vertellen maar…..
 
 
Veel succes!!!!!!!!!!!!